Inhoud
Sinds geruime tijd is de VUB zich, als onderwijsinstelling, bewust van haar maatschappelijke functie. In 1995 werd besloten tot de oprichting van de rectorale werkgroep "De VUB en extreem rechts". Deze werkgroep gaf (wetenschappelijk onderbouwd) advies inzake de problematiek van onverdraagzaamheid, totalitarisme en extreem rechts. In het verlengde van deze werkgroep richt de VUB nu een algemene cursus "Kritische analyse van actuele maatschappelijke problemen" in. Deze lessenreeks loopt een heel academiejaar en alle studenten kunnen eraan deelnemen. De tweede cyclus studenten kunnen deze lessenreeks kiezen als keuzevak mits goedkeuring van de facultaire examencommissie. In dat geval worden zij vrijgesteld van een cursus met een gelijk aantal studiepunten (3 SP).
Mede door de recente gebeurtenissen in België werd besloten om het thema voor dit academiejaar toe te spitsen op de problematiek van de actuele legitimiteitscrisis. Het is de bedoeling de zogeheten kloof tussen burger en overheid of politiek te bekijken vanuit zes verschillende wetenschappelijke disciplines. Op die manier belicht men een actueel thema vanuit diverse hoeken. De VUB creëert zo een forum waar verschillende disciplines elkaar kunnen ontmoeten. Hierdoor worden de studenten geconfronteerd met de vele aspecten van een bepaald onderwerp wat in hun latere beroepspositie van belang kan zijn. De organisatie van een dergelijke cursus wordt dan ook gezien in een ruimer kader van de onderwijsaanpak.
Agenda
Les 1: 'Op verkenning in de kloof' ,
Door toneelgezelschap "De Tijd", lezing door acteurs Lucas Van der Vost, Dirk Buysse, en Wim Van Der Geyn. Auteur: Paul Pourveur, i.s.m. Dirk Aerts, 16 februari 1998, 20.00 - 21.30 uur, Aula Roger Van Geen
Practische regelingen
Contact: Voor praktische informatie kan u zich wenden
tot
CLEA: 02/644.26.77 of
via e-mail: jbroekae@vub.ac.be
Inhoud van de cursusdelen:
Les 1:
Prof. Kris Deschouwer
Maandag 12 januari 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
In dit college willen we proberen om ons denken over de 'kloof tussen
burger en politiek' enige wetenschappelijke duidelijkheid te scheppen.
We zullen de kloof dus verkennen. Dat betekent in eerste instantie dat
we het begrip proberen te omschrijven. Waarover hebben we het precies?
En hebben we het steeds over hetzelfde? Er zal blijken dat de 'kloof' een
begrip is met vele dimensies en betekenissen. Het is een begrip dat in
het politieke debat is ontstaan, en dat maakt het altijd moeilijk om er
als politicoloog secuur mee om te gaan. In de tweede plaats proberen we
de kloof in zijn verschillende betekenissen op te meten. Als er sprake
is van wantrouwen, moet dat wantrouwen ergens tot uiting komen. Het volstaat
immers niet het succes voor één partij waar velen niet van
houden gelijk te stellen met een zichtbare uiting van wantrouwen. Er zijn
ook landen waar extreem-rechts geen electoraal succes boekt en waar er
toch volop gesproken wordt over de kloof. Aan de hand van internationaal-verge1ijkend
materiaal over politiek vertrouwen en politieke participatie brengen we
de kloof in kaart, en kijken we vooral ook of het waar is dat de kloof
groeit of recent gegroeid is. Dat laatst is bijzonder moeilijk hard te
maken. En in derde plaats staan we dan stil bij het politieke debat zelf.
Waarom wordt er in termen van kloof gesproken over de verhoudingen tussen
burger en politiek? Wie doet dat en wie is er begonnen? En wat zijn de
mogelijke gevolgen van dat taalgebruik?
Les 2:
'Legitimiteitscrises in historisch perspectief'
Prof. Els Witte en dhr Alain Meynen
Maandag 26 januari 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
Deel 1. De Belgische revolutie van 1830 gesitueerd binnen het kader van de ''burgerlijke revoluties", door Prof. Els Witte.
Deel 2. De legitimiteitscrisis van de jaren '60 ( of: de legitimiteitscrisis van de naoorlogse plan-staat ) en de geschiedenis van de "lange" economische crisis die "uitbrak" vanaf het midden van de jaren 70, door dhr Alain Meynen.
Beide delen worden gedragen door een gemeenschappelijke problematiek
die zal worden geschetst via de introductie van enkele begrippen ( "legitimiteit",
"(de)legitimering", "effectiviteit", "instemming", "consensus", "crisis",
"revolutie", enz. ). Deze problematiek betreft vooral de verhouding tussen
legitimiteitscrises en sociaal-economische, politieke en ideologische transities.
- De ( burgerlijke ) revolutie van 1830 markeert voor België de transitie
naar een moderne kapitalistische maatschappij. Punten die hierbij aan bod
komen: de desintegratie van het oude regime, de evenementen van 1830 en
het specifieke van deze delegitimeringsmechaniek, de complexe verhouding
tussen de "oude" en de "nieuwe" maatschappelijke krachten ( hoe ver ging
de afrekening met het "oude" regime? welke sociale mutaties werden genereerbaar
gemaakt? hoe en in welke mate werden elementen uit het "oude" regime verzoenbaar
gemaakt met en opgenomen binnen de nieuwe verhoudingen? hoe groot was de
legitimiteit van de nieuwe verhoudingen? enz. ). - De legitimiteitscrisis
van de naoorlogse plan-staat - die op een geconcentreerde wijze tot uitbarsting
kwam in Mei 68 - markeert de overgang naar een nieuwe (kapitaals)accumulatie
- en regulatiewijze. Het specifieke van deze legitimiteitscrisis was haar
micropolitieke dimensie: de legitimiteit van de plan-staat werd betwist
van "onderop". Ze betrof een crisis van de disciplinering van de lichamen
in of doorheen de fordistische fabriek (crisis van de industriële
arbeid), het onderwijsapparaat (studentenbeweging), het gezin (vrouwenbeweging),
het leger (anti-autoritarisme), de gevangenis (opstanden van gevangenen),
enz. Gepeild wordt naar de macro-politieke en macro-economische uitwerkingen
van deze crisis (crisis van het overlegsysteem, verbreking van de dialectiek
tussen lonen en productiviteit, etc.). De uiteenzetting besluit met het
vraagstuk van de verwerking van deze crisis doorheen de "lange" herstructureringsgolf
vanaf 1974, de overgang van een "disciplinaire maatschappij" naar een "controle-maatschappij",
de moeilijkheden om te komen tot een nieuwe, min of meer duurzame regulatiewijze
en de gestalten van de huidige legitimiteitscrisis.
Les 3:
'Media en democratie. Het discours over Nieuwe Politieke Cultuur in de media'
Prof. Hans Verstraeten
Maandag 9 februari 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
Media en democratie: het discours over Nieuwe Politieke Cultuur in de media. In een eerste deel zullen een aantal basisbegrippen i.v.m. media en democratie toegelicht worden. Hierbij zal vooral het onderscheid tussen de idealistische principes en de economische werkelijkheid verduidelijkt worden. Centraal hierbij staat de vraag in hoeverre de commercialisering van de media mogelijkheden open laat voor democratiserende functie van de media. In een tweede deel zal het discours over de Nieuwe Politieke Cultuur als "casestudie" behandeld worden. In welke mate hebben de media al dan niet een rol gespeeld in de "constructie" van de Nieuwe Politieke Cu1tuur? Dit zal aan de hand van concreet materiaal onderzocht worden.
Event 1:
Prof. Hubert Dethier, organisatie: Ernest Mathijs
Maandag 16 februari 1998, 14.00 - 21.00 uur; Aula Roger Van Geen
Abstract
De lezing en het gebeuren behandelen de problematiek van de legitimiteit ten aanzien van het medium film. Specifieke aandacht zal uitgaan naar de behandeling, versterking en vertekening van de pre-filmische realiteit door de vorm en ideologie van film (visies van Buñuel, Storck, Bazin, Kracauer, Arnheim). Daarnaast zal ook het accent gelegd worden op de weergave van de crisis van de legitimiteit in de hedendaagse, amorele film (werk van Tarantino, Cronenberg, Lynch, Kubrick, Kassovitz).
Het geheel zal vormelijk bestaan uit een lezing van Prof. Dr. Hubert
Dethier (reëel en op videoscherm) en uit de vertoning van films en
filmfragmenten die de problematiek van de legitimiteit aangaande het medium
illustreren.
programma ( onder voorbehoud )
14.00 - 15.00: Lezing ( met simultaan projectie ):
''The Cameraman'' ( Buster Keaton, 1929 )
''Glas'' ( Bert Haanstra, 1966)
22.00 - 24.00: Filmvertoning:
Toneelgezelschap "De Tijd", lezing door acteurs Lucas Van der Vost, Dirk Buysse, en Wim Van Der Geyn.
Auteur: Paul Pourveur, i.s.m. Dirk Aerts,
Maandag 16 februari 1998, 20.00 - 21.30 uur, Aula Roger Van Geen
Het toneelgezelschap 'De Tijd' brengt een voorstelling rond de vervreemding die ontstaat door de opkomst van een nieuw wereldbeeld. Het verhaal speelt zich af tijdens de Solvay conferentie (oktober 1927) in het Metropool hotel. Drie personages ontmoeten elkaar tijdens één slapeloze nacht. Het gaat om een werknemer van het hotel, wiens werkelijkheid volledig bepaald wordt door zijn ervaringen in de loopgraven in de Grote Oorlog, een archeoloog die een voorbije werkelijkheid steeds tracht te reconstrueren en te interpreteren en een deelnemer van de Solvay conferentie wiens quantummechanische werkelijkheid het oude paradigma ondermijnt.
Les 4:
Prof. Tielemans
Maandag 2 maart 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
De technologische vooruitgang en haar toepassingen in de geneeskunde hebben geleid tot grote en soms onrealistische verwachtingen bij het publiek ten aanzien van de medische wereld. De media en de industrie dragen hier in belangrijke mate toe bij. "Primeurs" in de geneeskunde zijn vaak wereldnieuws nog vóór de resultaten in de wetenschappelijke literatuur zijn gepubliceerd. De grenzen van de diagnostische en therapeutische mogelijkheden lijken vandaag veeleer bepaald door maatschappelijke, economische en ethische overwegingen : Moet alles wat kan ? Hoeveel is de maatschappij bereid hiervoor te betalen ? Welke keuzen dienen gemaakt ? De toegenomen techniciteit en hyperspecialisatie van de moderne geneeskunde gaan ook gepaard met een groeiend gevoel van onmacht van het individu tegenover de onpersoonlijkheid en complexiteit van het medisch gebeuren. Hoe machtiger de geneeskunde is geworden in haar kunnen, hoe minder de zorgenverstrekker zich persoonlijk schijnt te bekommeren om de patiënten. Is het succes van acupunctuur, homeopathie, chiropraxie, ... niet vooral toe te schrijven aan een meer holistische benadering, een grotere aandacht voor de patiënt in al zijn aspecten, als reactie op de sterk procedurele aanpak van de klassieke geneeskunde ?
In dit hoorcollege zal eerst dieper worden ingegaan op deze verschillende
aspecten van de confrontatie tussen mens en techniek in de gezondheidszorg.
In een tweede deel wordt de rol van de bio-ethiek nader belicht : Het spanningsveld
tussen ethiek en vooruitgang, de evolutie van ethische standpunten in de
tijd en de vermenging van ethiek en religie. Bij de inleiding van de presentatie
zal gebruikt worden gemaakt van videobeelden. Er wordt ruim tijd voorzien
voor een paneldiscussie met het publiek.
Sprekers en panelleden : Prof. Dr. A. Bossuyt, Prof. Dr. P. Devroey, Prof. Dr. L. Tielemans, Prof. Dr. A. Van Steirteghem.
Les 5:
'De polyfonie van de democratische rechtsstaat'
Prof. Serge Gutwirth
Maandag 9 maart 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
Talrijke ophefmakende gebeurtenissen hebben de laatste jaren geleid
tot een breed maatschappelijk debat over het functioneren van het gerechtelijk
apparaat in onze samenleving. Het rechtssysteem werd soms virulent en restloos
aangepakt. Tot en met fundamentele principes zoals de rechten van de verdediging,
het vermoeden van onschuld, de onafhankelijkheid van de rechter en de scheiding
van machten werden aan de kaak gesteld. Niet alleen het archaïsche
karakter en een reeks dysfuncties van de rechtsbedeling, maar ook de grondvesten
zelf van de democratische rechtsstaat moesten het ontgelden. Het is zeer
de vraag of zo niet te ver, en gevaarlijk ver, werd gegaan. In de lezing
zal, aansluitend bij de evenementen van verleden jaar, dieper op deze vraag
worden ingegaan. Daarbij zal echter minder worden stilgestaan bij de dikwijls
gerechtvaardigde aanleidingen tot de volkswoede dan bij wat erdoor in het
algemeen op de helling werd gebracht, met name het project van de democratische
rechtsstaat dat zoveel mogelijk individuele vrijheid als een eenheid wil
doen functioneren. Zo'n project is fragiel en paradoxaal omdat het geschraagd
is op permanente bemiddeling en evenwichtsoefeningen. Een maximum aan vrijheid
en de bestendiging van het gemeenschappelijk project moeten immers tegelijk
worden verwezenlijkt. Spanningen en belangenafwegingen zijn in zo'n, per
definitie pluralistisch, systeem essentieel. Zij mogen niet worden gladgestreken.
Het recht behoort dan ook vanuit een externe en onafhankelijke positie
differenties te beheren. Het mag geen gemiddelden of absolute waarden op
leggen. Een democratie wordt overigens minder gekenschetst doordat een
verkozen meerderheid de macht uitoefent dan doordat zij de macht van diezelfde
meerderheid begrenst en beperkt. De minderheid is geen slaaf van de meerderheid.
De verkozen machthebbers zijn gebonden door enerzijds de fundamentele rechten
en vrijheden van elke burger en anderzijds de spelregels die de institutionele
machtsevenwichten organiseren. In een democratische rechtsstaat zijn er
geen economische godsdienstige, wetenschappelijke, ethische, politieke,
tribale of wat dan ook voor waarden of waarheden die absolute prioriteit
hebben. Ook niet wanneer die in naam van 'het volk' worden geclaimd. Anders
dreigen de vale eenvormigheid van het totalitaire en de grijze monotonie
van de gemiddelden
Les 6:
Prof. Philip Polk
Maandag 23 maart 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Qc
Abstract
Zelden is er een publiek debat gehouden over cloning van dier of mens. Slechts toen Polly, het gecloonde schaap, ter wereld was gekomen, kwam er een relatieve publieke belangstelling. Angstig kijkt men nu op bij het produceren van embryo's zonder hoofd. Een discussie is op gang gekomen. Vanzelfsprekend zouden de universiteiten en de universitairen zich met dit debat moeten inlaten. Ook andere grootschalige problemen bevragen de actuele maatschappij: bijvoorbeeld woestijnvorming in Europa en uitbreiding wereldwijd, steeds schaarser worden van drinkbaar water. In deze problematieken zijn het bij uitstek de universitairen en de universiteiten die met hun kennis en inzicht moeten ingrijpen.
Event 2:
'Debat, de legitimiteitcrisis'
Prof. A. Bossuyt, Prof. K. Deschouwer, Prof. H. Dethier, Prof. P. Devroey, Prof. M. Elchardus, Prof. S. Gutwirth,
dhr A. Meynen, Prof. P. Polk, Prof. L. Tielemans, Prof. D. Aerts, Prof. A. Van Steirteghem, Prof. H. Verstraeten, Prof. E. Witte.
Moderator: Prof. Mark Elchardus
Maandag 30 maart 1998, 18.30 - 21.00 uur; Aula Roger Van Geen
Abstract
De perspectieven op de legitimiteitscrisis worden in een debat geconfronteerd en tot synthese gebracht. De vragen van het publiek worden verder uitgediept. In welke mate kan de academische belichting van 'de kloof' de burger wapenen in dit tijdgebonden fenomeen? Welke strategieën zijn toepasbaar en of haalbaar voor de bijsturing van de gestelde problematiek? Wat is de taak van de universiteit in dit maatschappelijk debat?
( update 27-1-98 )